u bent hier: begeleiden > elektrische installaties

elektrische installaties

Meer dan 75% van de residentiële woningen zijn vandaag uitgerust met een klassieke installatie : Verdeelkast-beveiligingsautomaten :een vaste verbindingen tussen schakelaars en verbruikers zoals bvb. een lamp.

De bekabeling is definitief toegekend en latere aanpassingen hebben vaak slijpwerk nodig.

Een klassiek systeem heeft, zoals elk systeem, een verdeelkast. In de verdeelkast zijn de beveiligingsautomaten ondergebracht die de installatie gaat opdelen in verschillende kringen. Je hebt typisch kringen voor verlichting, stopcontacten, verwarming, oven, vaatwas enz enz Vanuit de verdeelkast vertrekken 230V kabels naar de verschillende kringen in de woning. In een klassieke installatie zal een 230V kabel van de kring voor de verlichting via de schakelaar met de lamp verbonden worden. M.a.w de schakelaar zal 230V schakelen en de lamp laten branden.

Bij een klassieke installatie kan men echter ook comfort functies zonder enig probleem integreren (zoals dimbare verlichting, bewegingsmelders, oriëntatieverlichting, USB laders enz)

Men moet heel duidelijk op voorhand voorzien welke schakelaar welke functie zal krijgen. Dit achteraf aanpassen is vaak onmogelijk zonder pleisterwerk te beschadigen.

Bij aanpassingen en om ingrijpende werken te vermijden kunnen draadloze bedieningen een oplossing bieden.

Teleruptoren

Hierbij worden de klassieke schakelaars vervangen door drukknoppen .Een teleruptor gaan de functie van de schakelaar overnemen en wordt gemonteerd in de vedeelkast. De bekabelingsstructuur is totaal verschillend ten opzichte van een klassieke installatie,men spreekt dan van een "sterstructuur". Maar hoe weet dan de teleruptor wanneer hij moet schakelen ? Heel eenvoudig, de teleruptor wordt verbonden via een laagspanningskabel (bvb UTP of SVV) met een drukknop. Bij het bedienen van deze drukknop zal de teleruptor de verlichting schakelen .

Teleruptoren worden veel toegepast wanneer meerdere drukknoppen bijvoorbeeld de hall-verlichting moeten bedienen.

Via een klassieke installatie wordt dit zeer lastig.

Je zet zoveel drukknoppen die nodig zijn en je verbindt deze allemaal met de teleruptor die in ons voorbeeld de verlichting van de hall schakelt.

Wanneer je de volledige woning gaat uitrusten met teleruptoren kan je later eenvoudig overschakelen naar huisautomatisering daar alle bedrading reeds compatibel is.

Centrale functies zijn mogelijk maar vragen de nodige aandacht.

Huisautomatisering

(ook wel DOMOTICA genoemd)

Feitelijk kan je huisautomatisering vergelijken met teleruptoren.

Vooral op vlak van bekabelen.

Maar er zijn wel degelijk grote verschillen en wordt opgebouwd met intelligente modules in de verdeelkast.

De bedieningen zijn hoofdzakelijk drukknoppen en zijn verbonden met een laagspanningskabel (UTP of SVV ) op een ingangmodule (ook wel input module genoemd ). Op deze modules kunnen buiten drukknoppen ook :

-sensoren - bewegingsmelders - ruimte voelers verwarming - zon & wind meter - alarmsysteem - rookmelders - enz aangesloten worden.

Een uitgangmodule ( output module) zal vanuit de verdeelkast meer dan de verlichting kunnen schakelen en een specifieke functie laten uitvoeren.

- Schakelmodules waarmee je o.a verlichting, stopcontacten, ...kan schakelen.

- Dimmodules waarbij je met een bijkomende dimmer, aangepast aan de verlichting, kan dimmen of sferen kan creëren.

- Motormodules waarmee je screens, rolluiken kan bedienen.

- Temperatuurmodules waarop meerdere ruimtevoelers kunnen anngesloten worden om meer comfort te bekomen.

- enz

Het bijzondere is dat deze specifieke modules onderling met elkaar in verbinding staan en op die manier alles koppelen met elkaar .

Centrale functies zoals "Alles uit -Alles aan", sferen, tijdsgebonden functies zijn maar een greep uit de mogelijkheden.

Heel vaak komt dat we na een paar weken, nadat we in de nieuwe woning zijn ingetrokken, tot besef komt dat bepaalde functies of bepaalde plaatsen toch niet zo ideaal zijn - of dat we bedieningen vergeten zijn.

Functionaliteiten van bedieningen kunnen achteraf heel eenvoudig aangepast worden zonder dat je aan de bekabeling wijzigingen moet aanbrengen.